Persbericht

Minister Caroline Gennez richt ‘Civic Space Fund’ op om mensenrechten en democratie te ondersteunen in Belgische partnerlanden

Minister van ontwikkelingssamenwerking Caroline Gennez richt een nieuw initiatief op om mensenrechtenorganisaties in de partnerlanden van de Belgische ontwikkelingssamenwerking te ondersteunen. Dat kondigt de minister aan tijdens een zitting van de VN-Mensenrechtenraad in Genève.

Wereldwijd staan mensenrechten en de democratie onder druk, en krimpt de ruimte voor het maatschappelijk middenveld. In vele democratische landen liggen verworven vrijheden en rechten onder vuur, terwijl autoritaire regimes steeds talrijker én repressiever worden. Ook in de landen waar de Belgische ontwikkelingssamenwerking actief is, is respect voor mensenrechten en democratische waarden verre van vanzelfsprekend. Met de oprichting van het Civic Space Fund wil minister Gennez organisaties uit het maatschappelijke middenveld in die landen, die strijden voor de rechten en vrijheden van burgers in vaak moeilijke omstandigheden, de nodige steun geven voor hun activiteiten. 

“De Belgische ontwikkelingssamenwerking maakt de bewuste keuze om actief te zijn in de minst ontwikkelde landen, waar de nood het hoogst is. Op het vlak van democratie en mensenrechten zijn de uitdagingen er eveneens groot. Net zoals corruptie er een hardnekkig probleem blijft,” legt minister Gennez uit. “Maar dat is geen excuus om de handdoek in de ring te gooien en niets te doen. Integendeel. Het is net omwille van die moeilijke omstandigheden dat we het maatschappelijk middenveld moeten blijven ondersteunen, en hen de ruimte geven om hun werk te doen. Zij zijn een cruciale schakel in de strijd voor mensenrechten en democratie en vaak de enigen op het terrein die de nodige kennis, ervaring en capaciteit hebben om machtshebbers tot verantwoording te roepen.”

Concreet betekent dit dat lokale, Belgische of internationale NGOs die deel uitmaken van het maatschappelijk middenveld en actief zijn in een van de Belgische partnerlanden op financiële ondersteuning kunnen rekenen voor het beschermen van mensenrechtenverdedigers; het vrijwaren van burgerlijke en politieke vrijheden, zoals de vrijheid van meningsuiting, vergadering en vereniging; het promoten van eerlijke verkiezingen, het garanderen van de rechtstaat, of de strijd tegen straffeloosheid en corruptie.  

Momenteel steunt de Belgische ontwikkelingssamenwerking reeds organisaties als DefendDefenders, een NGO in Oost-Afrika die zich inzet voor de bescherming van mensenrechtenactivisten. Via het Ubuntu Cities Netwerk, bijvoorbeeld, nemen ze activisten die geïntimideerd of vervolgd worden in bescherming door hen tijdelijk onderdak te geven in een naburig (Afrikaans) land; alsook de International Service for Human Rights (ISHR), een mensenrechtenorganisatie die technische ondersteuning en advies geeft voor het opzetten en uitvoeren van mensenrechten-wetgeving in landen zoals Mali en Burkina Faso. Het Civic Space Fund zal steun aan gelijkaardige initiatieven op grotere schaal mogelijk maken. 

De aankondiging komt er tijdens de eerste officiële dienstreis van minister Gennez, die in het teken staat van de steeds maar groeiende humanitaire noden in de wereld en van haar deelname aan de VN-Mensenrechtenraad, waar België sinds dit jaar in zetelt. Minister Gennez zal er ook vertegenwoordigers van verschillende mensenrechtenorganisaties en lokale NGOs ontmoeten, waaronder van DefendDefenders en het ISHR.  

Met dit initiatief wil minister Gennez een duidelijk signaal geven:

“De democratie en mensenrechten beschermen en bevorderen zijn en blijven een prioriteit voor België. We voegen hier nog een extra daad bij het woord. Autoritaire regimes winnen wereldwijd aan invloed en zien er geen graten in om over de grenzen heen samen te werken. Als we tegenwerk willen bieden, moeten democratische krachten hetzelfde doen. Het Civic Space Fund is een concreet initiatief waarmee we ons solidair opstellen met mensen die in moeilijke omstandigheden blijven vechten voor de fundamentele waarden waar ook wij in geloven.”

In de komende twee jaar (2023-2024) zal zo’n 8 miljoen euro kunnen worden toegewezen. Het initiatief wordt opengesteld voor de veertien partnerlanden van de Belgische gouvernementele ontwikkelingssamenwerking. Prioriteit wordt gegeven aan organisaties die actief zijn in Burundi, Rwanda, Mali, Oeganda, Guinée, Palestina, DRC en Burkina Faso.