België maakt 2 miljoen euro extra vrij voor rampgebied in Syrië

Zes weken na de aardbeving is de toestand in de getroffen gebieden in Turkije en Syrië nog altijd kritiek: het dodental is ondertussen opgelopen tot meer dan 55.000. Miljoenen mensen zijn afhankelijk van internationale humanitaire hulp en overleven van dag tot dag; honderdduizenden families verblijven nog vaak in geïmproviseerde tentenkampen, zonder toegang tot stromend water, elektriciteit of warmte; meer dan 850.000 kinderen zijn ontheemd.

De situatie in Syrië is nog dramatischer. Door het aanslepende conflict was de humanitaire nood al enorm groot vóór de ramp. 6,8 miljoen mensen – waaronder 3 miljoen kinderen – hebben door de burgeroorlog hun huis moeten achterlaten. Daar komen er nu nog eens 500.000 bij door de gevolgen van de aardbeving.

“De impact van de ramp is niet te overzien,” verklaart minister Gennez. “Het leven voor vele Syriërs was al verschrikkelijk moeilijk – nu is het voor velen onmogelijk geworden. Voor de tweede keer in hun leven hebben ze alles verloren. Daarom is het zo belangrijk dat we de solidariteit die we in de eerste dagen en weken hebben getoond blijven volhouden. Vandaar deze extra steun. We mogen de Syrische bevolking niet vergeten.”

De 2 miljoen euro zou gaan naar humanitaire partnerorganisaties van de EU die al langer actief zijn in het gebied en de noden dus goed kennen. De hulp zou zich vooral toespitsen op het beschikbaar maken van onderdak, hygiënische en sanitaire voorzieningen, en medische zorg en medicatie.

Eerder gaf België al 4 miljoen aan het VN cross-border fonds dat hulpmiddelen levert aan het rebellengebied in Syrië via de Turkse grens. We verhoogden dit jaar ook onze steun aan het Disaster Response Emergency Fund (DREF), het noodfonds van de Internationale Federatie van Rode Kruis- en Rode Halve Maan verenigingen, dat lokale afdelingen wereldwijd ondersteunt om snel te reageren op dergelijke rampen. Beide fondsen zorgen ervoor dat organisaties die al ter plaatse zijn, snel en efficiënt kunnen reageren. België stuurde ook een B-Fast team dat een veldziekenhuis in Kirikhan heeft opgezet en medische zorgen heeft toegediend aan meer dan 3000 patiënten. Het ziekenhuis is ondertussen overgedragen aan de Turkse autoriteiten.

Naast het aankondigen van extra financiële steun benadrukt minister Gennez de nood om de levering van humanitaire hulp aan de getroffen gebieden in Noordwest-Syrië, die grotendeels in handen zijn van de oppositie tegen het Assad regime, te garanderen op lange termijn: “Het was in de eerste dagen na de aardbeving moeilijk om noodhulp tot in Noordwest-Syrië te krijgen. Er waren amper reddingteams aanwezig. Gelukkig zijn er nu meerdere corridors open tussen Noordwest-Syrië en Turkije – we hopen dat dit zo blijft. Politiek getwist mag nooit het helpen van mensen in nood verhinderen.”

De EU-donorconferentie vindt plaats in het kielzog van het Europees Humanitair Forum op 20 en 21 maart in Brussel. Dat Forum brengt Europese overheden, internationale hulporganisaties en privé-actoren samen om de groeiende humanitaire noden in de wereld te bespreken en onder de aandacht te brengen.

“Jammer genoeg is de ramp in Turkije en Syrië niet de enige humanitaire crisis op dit moment; er is de oorlog in Oekraïne, het escalerend geweld in Oost-Congo, voedselonzekerheid in Jemen, Afghanistan en Oost-Afrika, steeds meer klimaatrampen, zoals recent nog in Mozambique… We kunnen niet wegkijken en mensen aan hun lot overlaten. België voegt de daad bij het woord en is een betrouwbare en loyale donor voor vele internationale hulporganisaties, zoals het Internationale Rode Kruis (ICRC en IFRC) en het VN-coördinatiecentrum voor humanitaire rampen (OCHA). Daarvoor zijn we tijdens onze recente dienstreis naar Genève, waar veel van deze organisaties hun hoofdkwartier hebben, verschillende keren expliciet bedankt. Maar gezien de schaal van de verwoesting in Turkije en Syrië – een van de grootste natuurrampen van deze eeuw – zal de wederopbouw jarenlang in beslag nemen. Ik zal dan ook binnen de federale regering blijven pleiten voor extra middelen voor de getroffen bevolking,” besluit minister Gennez.