10 miljoen euro extra steun van België voor noodlijdend Syrië
Minister van Ontwikkelingssamenwerking Caroline Gennez besluit 10 miljoen euro extra steun te geven aan de noodlijdende Syrische bevolking. Dat zal ze vandaag aankondigen tijdens een EU-donorconferentie in Brussel. De extra inspanning komt er in de nasleep van de verwoestende aardbeving eerder dit jaar en bovenop de jaarlijkse humanitaire bijdrage van België aan Syrië en de regio (27,5 miljoen euro).
“De situatie in Syrië is ronduit dramatisch. Na meer dan 10 jaar oorlog en een allesverwoestende aardbeving staat er bijna niets meer recht. 15 en een half miljoen mensen zijn afhankelijk van humanitaire hulp, de helft daarvan vrouwen en kinderen. Er is niet genoeg voedsel, niet genoeg water, en er zijn nauwelijks nog huizen die bewoonbaar zijn. 90% van de bevolking leeft in armoede. Maar terwijl de noden toenemen, vermindert de humanitaire hulp, vooral door de oorlog in Oekraïne. Internationale organisaties hebben de grootste moeite om genoeg middelen bijeen te schrapen. Eerder deze week kondigde het Wereldvoedselprogramma (WFP) aan dat het door een tekort aan fondsen genoodzaakt zou zijn voedselhulp te verminderen of op te schorten voor 2,5 miljoen mensen. Onze solidariteit is dus levensnoodzakelijk,” aldus Caroline Gennez.
De hulp gaat grotendeels naar het humanitaire noodfonds voor Syrië, dat wordt beheerd door het humanitaire crisisagentschap van de VN (Office for the Coordination of Humanitarian Affairs of OCHA), en naar internationale en lokale NGOs die al jaren actief zijn in de regio. OCHA coördineert de steun en werkt samen met partners zoals het Wereldvoedselprogramma, UNICEF, de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), het VN-vluchtelingenagentschap (UNHCR) en de Norwegian Refugee Council (NRC). Een ander deel gaat naar het humanitair agentschap van de EU (DG ECHO).
“Een grote nadruk ligt op het vervullen van mensen hun basisbehoeften, zoals voedsel, water, hygiëne en onderdak, maar ook medische zorg en vaccinaties”, legt minister Gennez uit. “Syrische kinderen in het bijzonder krijgen het zwaar te verduren. Meer dan 600.000 kinderen zijn chronisch ondervoed. Een hele generatie jongeren heeft nauwelijks toegang tot onderwijs door de onveiligheid en verwoesting van scholen. Ervoor zorgen dat kinderen naar school kunnen blijven gaan op een veilige manier, en dat ze de nodige psychosociale bijstand krijgen, blijft een van onze prioriteiten.”
De extra steun zal ook dienen voor de opvang en bescherming van Syrische vluchtelingen in de regio, met name in Libanon en Jordanië. Op dit moment zijn er 7 miljoen Syriërs ontheemd in eigen land; 5 miljoen mensen hebben Syrië verlaten. Een meerderheid van hen verblijft nog altijd in de omringende landen.
“Het is cruciaal dat we solidair blijven met de Syrische vluchtelingen én met de gastgemeenschappen in de regio. Door politieke en economische crisissen in Libanon en Turkije wordt de situatie ook daar steeds moeilijker. De politieke en maatschappelijke druk om terug te keren, of gewoonweg te vertrekken, neemt toe. Zonder internationale steun wordt een herhaling van het scenario van 2015 – een massale exodus van Syrische vluchtelingen – zeer waarschijnlijk,” waarschuwt Gennez.
Gisterenavond, op de eerste dag van de conferentie, zat minister Gennez ook samen met vertegenwoordigers van verschillende Syrische ngo’s en partnerorganisaties van 11.11.11 die actief zijn in Syrië en de regio, waaronder Basmeh & Zeitooneh, Alef, Women Now for Development en Access Center for Human Rights.
Het is al de 7de donorconferentie voor Syrië die de EU organiseert. Sinds de start van de oorlog in 2011 hebben de Europese lidstaten samen bijna 30 miljard euro aan humanitaire hulp gedoneerd.