Extra steun voor VN-mensenrechtenbureau in Palestina
Naar aanleiding van de oorlog in Gaza en het toenemend geweld op de Westelijke Jordaanoever maakt minister van Ontwikkelingssamenwerking Caroline Gennez 1 miljoen euro extra vrij voor het Palestijnse landenkantoor van het UN Human Rights Office, de mensenrechtenorganisatie van de VN: “In de mist van oorlog is het des te belangrijker dat we kunnen rekenen op betrouwbare en onafhankelijk informatie over mogelijke mensenrechtenschendingen.”
De VN-mensenrechtenorganisatie, of Office of the High Commissioner for Human Rights (OHCHR), volgt wereldwijd de stand van mensenrechten op. Het werkt samen met overheden om hen te helpen met het naleven van mensenrechten, verzamelt data, bestudeert en rapporteert over mensenrechtenschendingen, en klaagt deze ook publiekelijk aan. De organisatie vertrouwt daarbij op teams van lokale landenkantoren, die op het terrein actief zijn.
Het landenkantoor in Palestina is opgericht in 1996 en is een van de enige organisaties met een officieel, internationaal mandaat om verslag uit te brengen over de mensenrechtensituatie in de door Israël bezette gebieden. Het coördineert ook de activiteiten van Israëlische, Palestijnse en internationale organisaties die in de regio werken rond mensenrechten.
Ondanks de gevechten in Gaza blijven de lokale teams van OHCHR verder werken, maar extra ondersteuning is nodig, aldus Gennez: “Het is uitermate belangrijk dat wij onafhankelijke en objectieve informatie en getuigenissen kunnen ontvangen over de mensenrechtensituatie in Gaza, bijvoorbeeld over het aantal burgerslachtoffers, of over gerichte aanvallen op hulpverleners en zorgpersoneel. En dat is wat OHCHR doet. Als er zich mensenrechtenschendingen voordoen, dan moeten de schuldige partijen ter verantwoording kunnen geroepen worden.”
Ook op de Westelijke Jordaanoever is de situatie penibel. Sinds de terreuraanval van Hamas op 7 oktober staat er geen maat meer op het geweld van het Israëlische leger en de kolonisten: 291 Palestijnse inwoners zijn gedood en honderden zijn verdreven uit hun gemeenschappen. De uitbreiding van de nederzettingen van de Israëlische ‘settlers’, die volgens het internationaal recht illegaal zijn, wordt nu openlijk gesteund door de Israëlische regering. Het verzamelen van betrouwbare informatie en het blijven aankaarten van wat er zich afspeelt op de West Bank is cruciaal om straffeloosheid tegen te gaan.
De minister uit ook haar bezorgdheid over de toenemende kritiek op Europa dat het dubbele standaarden zou hanteren wat betreft de mensenrechten:
“De Universele Verklaring van de Mensenrechten heeft eerder deze maand nog haar 75ste verjaardag gevierd. Maar veel valt er op dit moment niet te vieren. Mensenrechten staan wereldwijd onder druk. Zeker nu in de Palestijnse gebieden. Als Europa slagen we er voorlopig niet in om de mensenrechtenkaart consequent te trekken. Russische aanvallen op ziekenhuizen, scholen en energievoorzieningen in Oekraïne worden collectief veroordeeld door Europese leiders. Maar als het gaat over aanvallen op ziekenhuizen, scholen en energievoorzieningen in Gaza, dan blijft een gedeelde, strenge veroordeling uit. Dat is een bedreiging voor onze geloofwaardigheid en een gedroomd excuus voor landen als Rusland om het hele verhaal van mensenrechten naar de vuilnisbak te verwijzen. Daarom moeten we ons blijven uitspreken tegen mensenrechtenschendingen, door wie en waar dan ook.”
De 1 miljoen euro komt boven op de Belgische bijdrage voor de algemene middelen van OHCHR, die 2,5 miljoen euro per jaar bedraagt (2021-2024). Daarnaast steunt België ook specifieke landenkantoren in Oeganda, Guinée, en de Democratische Republiek Congo (DRC).