Minister Caroline Gennez presenteert prioriteiten van het Belgisch EU-voorzitterschap voor het Europees ontwikkelingsbeleid
Minister van Ontwikkelingssamenwerking Caroline Gennez was vandaag in het Europees Parlement om de prioriteiten van het Belgisch EU-voorzitterschap voor het Europees ontwikkelingsbeleid voor te stellen: “Het voorzitterschap is een uitgelezen kans om het belang van internationale solidariteit en ontwikkeling in een effectief en consequent Europees buitenlands beleid te benadrukken.”
Europa bevindt zich op een kantelpunt. De naburige regio’s staan in brand terwijl de rol en autoriteit van Europa en het Westen steeds meer in vraag worden gesteld: “Tijdens de covid-pandemie was het ieder voor zich en stonden de armste landen als laatste in de rij voor levensreddende vaccins. Dat in combinatie met de Sustainable Development Goals die achterophinken en de uiteenlopende reacties van de EU op de oorlog in Oekraïne enerzijds en de oorlog in Gaza anderzijds, heeft Europa veel krediet en geloofwaardigheid doen verliezen bij het Globale Zuiden,” aldus Gennez.
Om die relatie terug op een positiever spoor te zetten, moet de EU net inzetten op haar sterktes, voegt de minister eraan toe: “43% van alle ontwikkelingsfinanciering komt van de Unie – daarmee is het nog steeds de grootste donor ter wereld. Internationale solidariteit kan een middel zijn voor een Europees buitenlands beleid met meer impact. Maar enkel als we consequenter handelen naar de waarden waar Europa voor zegt te staan. In een tijd waarin harde geopolitieke competitie terug primeert, is het cruciaal dat duurzame ontwikkeling, sociaaleconomische vooruitgang en universele mensenrechten centraal blijven in het Europees ontwikkelingsbeleid, en zelfs nog verstrekt worden.”
Deze punten zullen uitgebreid aan bod komen tijdens de Informele Raad van Ministers van Ontwikkelingssamenwerking op 11 en 12 februari in Brussel. Om het belang van mensenrechten en duurzame ontwikkeling extra in de verf te zetten heeft minister Gennez Volker Türk, Hoge Commissaris voor Mensenrechten van de VN, uitgenodigd om de raad bij te wonen. Ook de precieze uitwerking en toepassing van een van de belangrijkste instrumenten van het Europees ontwikkelingsbeleid, de Global Gateway, maakt deel uit van de agenda. De uitkomst van deze discussies zal dienen als basis voor de Raadsconclusies met betrekking tot de halftijdse evaluatie van het Neighbourhood, Development and International Cooperation Instrument (NDICI) – het EU-budget voor ontwikkelingssamenwerking.
Het Belgisch voorzitterschap zal verder focussen op het bouwen van een meer gelijkwaardig partnerschap tussen Europa en Afrika via een nauwere samenwerking in gezondheid – een concrete stap om het vertrouwen te herstellen.
Gennez: “Gezondheid is een beleidsdomein waarin coöperatie en het uitwisselen van kennis voordelen oplevert voor iedereen. Wij kunnen pas gezond zijn hier in Europa als ook Afrika gezond is. Afrikaanse landen hebben veel ervaring met het indammen van epidemieën; Europese landen hebben de beste en meest toegankelijke gezondheidszorg ter wereld. Tijdens ons voorzitterschap zullen we daarom inzetten op het uitbouwen van betaalbare, beschikbare en kwaliteitsvolle gezondheidszorgsystemen in Afrikaanse landen. Daarnaast versterken we ons engagement om Afrikaanse regeringen, bedrijven en wetenschappers te ondersteunen bij de productie van eigen kwaliteitsvolle medicijnen en vaccins. Tot slot zullen we ook veel aandacht besteden aan seksuele en reproductieve gezondheid en rechten, vooral voor meisjes en vrouwen.”
In deze context heeft de minister het initiatief genomen voor een Team Europa missie naar Addis Abeba in Ethiopië, waar de hoofdzetel van de Afrikaanse Unie en haar gezondheidsagentschappen, zoals het Afrikaanse Centre for Disease Control, zich bevinden. Samen met de Europese Commissaris voor Gezondheid, Stella Kyriakides, en ministers en vertegenwoordigers van 10 andere lidstaten zal ze in gesprek gaan met partners van de Afrikaanse Unie (AU) over een betere samenwerking op gezondheid. De missie is een opstap naar een ontmoeting tussen de EU en de AU op 20 maart in Brussel, samen met federaal minister voor Volksgezondheid Frank Vandenbroucke, Directeur-Generaal van de Wereldgezondheidsorganisatie Dr. Tedros, Afrikaanse Unie Commissaris voor Gezondheid Minata Samaté Cessouma en Commissaris Kyriakides.
Op humanitair vlak vragen we extra aandacht voor de zogenaamde vergeten crisissen.
In 2023 zijn de humanitaire noden wereldwijd geëxplodeerd. De VN schat dat er in 2024 zo’n 300 miljoen mensen humanitaire hulp en bescherming zullen nodig hebben. Grootste boosdoener zijn de vele conflicten, onder andere in Soedan en Gaza. Maar het ene conflict kan rekenen op meer solidariteit dan het andere:
“De humanitaire crisis in Gaza krijgt – terecht – veel aandacht op dit moment. En tijdens ons voorzitterschap zullen we blijven pleiten voor permanente en ongehinderde humanitaire toegang en de toepassing van het internationaal recht. Maar door het groot aantal conflicten blijven sommige crisissen onderbelicht. En een gebrek aan media-aandacht betekent vaak ook minder financiering en internationale hulp. Zowel in Soedan als in Syrië zijn er meer dan 30 miljoen mensen die bescherming nodig hebben. In de Democratische Republiek Congo zijn meer dan 7 miljoen mensen op de vlucht voor geweld. Ondanks de groeiende noden en krimpende budgetten is het absoluut noodzakelijk dat we ook die crisissen aanpakken, voor ze nog verder escaleren. Ook Gaza was tot 7/10 een vergeten crisis.”
Vergeten humanitaire crisissen zullen daarom centraal staan op het Europese Humanitaire Forum (EHF) in maart.