Minister Gennez op het Global Refugee Forum: “Als we mensen op de vlucht een waardig bestaan willen geven, dicht bij huis, dan is internationale solidariteit de enige weg vooruit”
Minister van Ontwikkelingssamenwerking Caroline Gennez woont het Global Refugee Forum bij, een vierjaarlijkse bijeenkomst van beleidsmakers, overheden, de VN, vluchtelingenorganisaties en ngo’s waar de opvang van vluchtelingen centraal staat. Daar zal ze namens België het engagement aangaan om ontwikkelingsprojecten ook af te stemmen op de noden van vluchtelingen en meer te investeren in degelijke opvang in eigen regio: “Het aantal mensen op de vlucht wereldwijd is nog nooit zo hoog geweest. De meesten vinden opvang dicht bij huis. Maar vaak in gemeenschappen die zelf al arm zijn. Als we dat draagvlak terug willen vergroten en mensen op de vlucht een waardig bestaan willen geven, dan is internationale solidariteit de enige weg vooruit,” aldus Gennez.
Meer dan 36 miljoen mensen op de vlucht
Op het Global Refugee Forum wordt er een stand van zaken gemaakt over het lot van vluchtelingen, en uitgewisseld over mogelijke oplossingen.
Sinds 2016 is het aantal vluchtelingen wereldwijd verdubbeld, tot 36,4 miljoen. Tel daar de mensen bij die op de vlucht zijn in hun eigen land – ‘ontheemden’ – en dan kom je aan 114 miljoen. Een gevolg van de vele conflicten, mensenrechten die overal steeds brutaler met de voeten worden getreden, en de klimaatcrisis.
“In tegenstelling tot wat sommige partijen en politici in Europa beweren, wordt een overgrote meerderheid van die 36,4 miljoen vluchtelingen – 75% -- opgevangen in de eigen regio. Vaak zijn dat lage- en middeninkomenslanden zoals Oeganda of Libanon. Niet bepaald de rijkste of meest stabiele plaatsen ter wereld,” legt Gennez uit. “Vluchtelingen moeten vaak jarenlang overleven, onderweg op levensgevaarlijke routes of in vluchtelingenkampen. Zonder toegang tot gezondheidszorg, onderwijs of een job -- kortom, zonder een toekomstperspectief -- zullen velen uit wanhoop uiteindelijk de gevaarlijke tocht naar Europa ondernemen.”
Terwijl de druk op arme landen om vluchtelingen op te vangen toeneemt, wordt het draagvlak bij gastgemeenschappen steeds kleiner. In Libanon, bijvoorbeeld, zijn er minstens 1,5 miljoen Syrische en 257.000 Palestijnse vluchtelingen, op een bevolking van 5,5 miljoen. De ongelijke toegang tot de arbeidsmarkt en basisdiensten en de politieke en economische instabiliteit zorgen voor veel sociale onrust tussen de verschillende gemeenschappen.
Opvang in eigen regio
Daarom gaat minister Gennez nu het engagement aan om de noden van vluchtelingen in onze partnerlanden te integreren in onze ontwikkelingsprojecten, en degelijke opvang in de regio beter te ondersteunen.
Gennez: “Wat verandert is dat we vluchtelingen en ontheemden vanaf nu systematisch zullen opnemen als doelgroep in onze programma’s. Daarvoor lag de focus vooral op het humanitaire. Maar als je 10 of 20 jaar op de vlucht bent, is enkel een tent boven je hoofd niet genoeg voor een menswaardig bestaan. Als mensen daarentegen ook toegang krijgen tot gezondheidszorg, naar school gaan, een job vinden of zelf een zaak kunnen beginnen, dan krijgen ze niet alleen een toekomstperspectief, maar kunnen ze ook een positieve bijdrage leveren aan hun gastgemeenschap. Iedereen wint.”
Dit zal de Belgische Internationale Solidariteit op drie concrete manieren doen:
- We zullen die landen die op dit moment de zwaarste inspanningen leveren extra ondersteunen, om zo het draagvlak van de gastgemeenschappen te vergroten. In Libanon steunen we twee nieuwe programma’s, van respectievelijk Oxfam (1 miljoen euro) en lokale ngo AMEL (1 miljoen euro). Doel is om de levensomstandigheden van de vluchtelingen, maar ook van de Libanese gastgemeenschappen, te verbeteren en contacten tussen de verschillende gemeenschappen aan te moedigen. Ook in de Sahel is een nieuw project in voorbereiding dat zal inzetten op de sociale cohesie tussen ontheemden en hun gastgemeenschappen.
- Bij elk nieuw ontwikkelingsproject of -programma dat we opstarten, zullen we ervoor zorgen dat, wanneer daar nood aan is, de lokale bevolking én ontheemden gelijke toegang krijgen tot basisdiensten als gezondheidszorg en onderwijs, en tot de arbeidsmarkt. Dit hebben we al toegepast in samenwerkingsprogramma’s met Oeganda, Burkina Faso en Niger.
- We doen voort met het ondersteunen van humanitaire organisaties die vluchtelingen opvangen in noodsituaties, en maken extra financiering vrij voor organisaties die inzetten op opvang en bescherming in eigen regio. 10 miljoen euro zal verdeeld worden over het VN-vluchtelingenagentschap (UNHCR), het VN-agentschap voor Palestijnse vluchtelingen (UNRWA) en de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM).
“Niemand wil méér vluchtelingen in de wereld. Vluchtelingen zelf willen geen vluchteling zijn. Niemand wil in een situatie terechtkomen waarin je je thuis, je familie en je vrienden moet achterlaten. Daarom is het zo belangrijk dat we én de grondoorzaken van instabiliteit en onveiligheid – ongelijkheid, oorlogen, het klimaat – internationaal aanpakken én mensen die noodgedwongen moeten vluchten alle kansen geven een waardig bestaan op te bouwen, dicht bij huis,” besluit Gennez.
Daarnaast heeft de minister in Genève ook ontmoetingen met vertegenwoordigers van een reeks internationale en humanitaire partnerorganisaties, waaronder: Dr. Tedros Adhanom, directeur-generaal van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO); Gilbert Houngbo, directeur-generaal van de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO); Philippe Lazzarini, secretaris-generaal van het VN-agentschap voor Palestijnse vluchtelingen (UNRWA); Kelly Clements, adjunct-chef van het VN-vluchtelingenagentschap (UNHCR); en Nada Al-Nashif, adjunct-chef van de VN-mensenrechtenorganisatie (OHCHR). De huidige crisissen in Gaza en Oekraïne, maar ook vergeten crisissen als die in DRC, en het opkomend Belgisch EU-voorzitterschap, staan daar op de agenda.