Persbericht

België bouwt mee aan mondiaal waarschuwingssysteem voor extreem weer

België zal een belangrijke bijdrage leveren aan het opzetten van een mondiaal waarschuwingssysteem voor extreem weer. Die extra steun zou ook de minst ontwikkelde landen in staat moeten stellen om hun bevolking op tijd te waarschuwen voor orkanen, overstromingen, hitte en droogte – extreme weerfenomenen die steeds vaker voorkomen door de klimaatcrisis. Dat maakt minister Caroline Gennez bekend tijdens een bezoek aan het Koninklijk Meteorologisch Instituut (KMI) in Ukkel, dat ook zal meewerken aan het systeem: “Je kan er niet naast kijken: het weer wordt steeds extremer. Meer hittegolven, meer droogte, meer overstromingen; de gevolgen van de klimaatcrisis zijn nu al voelbaar - hier in België, maar zeker in de minst ontwikkelde landen in het zuiden. Met meer accurate weersvoorspellingen in kwetsbare gebieden kunnen schade én slachtoffers vermeden worden.”

Neerslagradars, UV-indexen, code oranje bij een storm; voor ons in België zijn zo’n waarschuwingen vanzelfsprekend. Het KMI stuurt ze bijna dagelijks uit, zodat hulpverleners en overheden paraat staan in geval van nood, maar ook zodat de bevolking zich kan voorbereiden. Dat gaat van genoeg zonnecrème opsmeren tot zandzakjes leggen of besluiten om een gebied of stad te evacueren.

Maar voor de helft van alle mensen wereldwijd komen die waarschuwingen veel te laat of helemaal niet.

“En dat is enorm frustrerend, want een tijdige weerwaarschuwing redt levens,” zegt minister Gennez. “Daarom is het gemiddeld aantal slachtoffers per weerramp de afgelopen jaren drastisch gedaald vergeleken met 50 jaar geleden. Maar die vooruitgang wordt nu tenietgedaan omdat er steeds meer natuurrampen en extreme weerfenomenen zijn, door de klimaatcrisis. Uitzonderlijke droogte of overstromingen of felle stormen die vroeger eens om de 100 of 50 jaar voorkwamen, zullen nu om de 10 jaar, of zelfs vaker voorkomen. Tegen 2030 zullen meer dan 200 miljoen mensen per jaar humanitaire steun nodig hebben als gevolg van klimaat-gerelateerde rampen. Kostprijs: honderden miljarden euro per jaar. De meeste van de slachtoffers vallen bovendien in de armste landen, net door het gebrek aan waarschuwingen. En ze ondervinden het gros van de economische en materiële schade. Daar gaan we nu iets aan doen.”

Concreet gaat het over een bijdrage van 6,68 miljoen euro aan het zogenaamde Systematic Observations Financing Facility (SOFF). SOFF is het eerste luik én de hoeksteen van het Early Warnings for all initiatief van de Verenigde Naties, dat als doel heeft ervoor te zorgen dat iedereen, over de hele wereld, toegang heeft tot accurate en betrouwbare weersvoorspellingen. Het Belgische aandeel is een gecoördineerde actie van FOD Buitenlandse zaken, Buitenlandse handel en Ontwikkelingssamenwerking, de POD Wetenschapsbeleid (BELSPO) en het Koninklijk Meteorologisch Instituut (KMI).  

Door middel van SOFF zullen kleine eilandstaten en de minst ontwikkelde landen een beroep kunnen doen op de expertise en wetenschappelijke kennis van landen als België. Daarnaast zullen ze met de financiële steun weerstations kunnen bouwen en installeren, en krijgen ze hulp bij het verzamelen van data en het delen van weerobservaties in het World Meteorological Organization information system en internationale databanken. Door de toevloed aan nieuwe data en observaties zullen ook de globale klimaat- en weermodellen, en dus ook de Belgische weersvoorspellingen, nog accurater kunnen worden.

In luiken twee, drie en vier van het VN-plan ligt de nadruk op risicovermindering, communicatie, en de eerstehulpverlening bij rampen.

Tijdens een rondleiding in het KMI kreeg minister Gennez uitleg van VTM-weerman David Dehenauw over hoe zo’n mondiaal waarschuwingssysteem precies zal werken, en wat de bijdrage is van het KMI. Het bezoek kadert in de voorbereidingen voor de komende dienstreis van de minister naar Mozambique.

“Een van de landen waar het waarschuwingssysteem eerst zal worden versterkt is Mozambique, een van de partnerlanden van de Belgische ontwikkelingssamenwerking,” legt Caroline Gennez uit. “Mozambique is zeer gevoelig voor de gevolgen van de klimaatcrisis. In 2019 waren er nog twee uitzonderlijk krachtige cyclonen, Idai en Kenneth, die meer dan 600 slachtoffers maakten. Dit jaar werd het land getroffen door de langstdurende cycloon ooit waargenomen (Freddy). Elk jaar opnieuw worden er records gebroken. Ons nieuw samenwerkingsprogramma staat dan ook volledig in het teken van de strijd tegen de klimaatcrisis, op vraag van de Mozambikanen.”

Tijdens de reis zal minister Gennez het nieuwe samenwerkingsprogramma officieel ondertekenen, en projecten van de Belgische ontwikkelingssamenwerking én de Mozambikaanse evenknie van het KMI bezoeken om te zien hoe het nieuwe waarschuwingssysteem in de praktijk zal worden opgezet.

“De klimaatcrisis is een zaak van ons allemaal: rijk, arm, noord, zuid. De landen rond de evenaar, en dan vooral in Afrika, leven nu al in die realiteit. Maar ook wij zullen de gevolgen van de klimaatverandering steeds harder voelen. Internationale solidariteit is het enige antwoord. Onze steun aan het nieuwe mondiale waarschuwingssysteem en de samenwerking tussen wetenschappers van over heel de wereld zal materiële schade kunnen beperken en, belangrijker, levens redden – in Mozambique, maar ook hier in België,” besluit minister Gennez.