Minister Caroline Gennez vraagt Belgische humanitaire organisaties te focussen op bescherming van vrouwen en kinderen, en vergeten crisissen
Minister van Ontwikkelingssamenwerking Caroline Gennez en de Belgische humanitaire ngo’s zijn het eens geraakt over een nieuw financieel kader voor hun humanitaire programma’s. Dat kader bepaalt de geografische focus en budgettaire prioriteiten voor de komende twee jaar. Op vraag van minister Gennez zal het beschermen van vrouwen en kinderen tegen (seksueel) geweld, misbruik en uitbuiting tijdens noodsituaties centraal staan. Ook de zogenaamde ‘vergeten crisissen’ krijgen extra ondersteuning. “Die beleidskeuze is een weerspiegeling van de schrikbarend hoge humanitaire noden wereldwijd en het toenemend geweld in verschillende landen, waaronder de bezette Palestijnse gebieden, de Sahel-regio en de Democratisch Republiek Congo (DRC). Ondanks de schaal van het menselijk leed halen berichten over deze humanitaire crisissen nauwelijks nog het nieuws. En daarom worden ze systematisch ondergefinancierd. Out of sight, out of mind, out of money.”
In de bezette Palestijnse gebieden, bijvoorbeeld, wordt de situatie onhoudbaar. De periodes van escalerend geweld zijn korter dan in 2021, maar wel frequenter en intenser. Daardoor krijgt de bevolking geen ruimte meer om op adem te komen. Sinds begin dit jaar zijn er al meer Palestijnen verwond en gedood dan in heel het jaar 2022. En toch kon de internationale gemeenschap slechts 21% van de humanitaire noden daar financieren.
Voor DRC is dit jaar slechts 28% van de nodige 2,25 miljard dollar gemobiliseerd. Het oosten van het land wordt al jaren geteisterd door gewapende conflicten en natuurrampen. Sinds het begin van 2023 zijn een miljoen nieuwe mensen op de vlucht, waardoor het aantal intern ontheemden op 6,3 miljoen komt, het hoogste cijfer in Afrika – en evenveel als de volledige bevolking van Vlaanderen. De meeste vluchtelingen leven in geïmproviseerde kampen rond Goma, waar ze geen toegang hebben tot gezondheidszorg en geen onderdak, voedsel, schoon water en toiletten hebben. Daarnaast zijn vrouwen en meisjes op grote schaal het slachtoffer van seksueel geweld.
Maar ook in Burkina Faso en Mali heeft de bevolking de afgelopen jaren enorm te lijden gehad onder politieke instabiliteit en terroristisch geweld. Vele scholen en ziekenhuizen zijn er vaak maanden aan een stuk gesloten door de onveiligheid. De strijd tegen kinderarbeid en kindhuwelijken komt zo onder druk te staan. Miljoenen mensen zijn er afhankelijk van noodhulp.
“Binnen het nieuwe financiële kader kiezen we ervoor onze hulp te concentreren in gebieden waar de nood enorm hoog is en de internationale steun tekortschiet: dat is het geval in de Sahel-regio[1], de landen rond de Grote Meren[2], de bezette Palestijnse gebieden, en Jemen”, legt Gennez uit. “Het feit dat sommige humanitaire crisissen ‘vergeten’ worden is een direct gevolg van een gebrek aan politieke engagement en media-aandacht. Het afgelopen jaar domineerde de oorlog in Oekraïne de krantenkoppen. Maar ook de aankondiging van een nieuwe IPhone of de laatste celebrity gossip halen vaker het nieuws. Dat betekent dat miljoenen mensen in nood onzichtbaar blijven en niet de hulp krijgen die ze nodig hebben. Terwijl humanitaire hulp het verschil kan maken tussen leven en dood. Dat geldt evenzeer in Oekraïne als in Oost-Congo.”
Thematisch zullen de programma’s zich toespitsen op het beschermen van mensen, en vrouwen en kinderen in het bijzonder, in humanitaire crisissen:
“Vooral vrouwen en kinderen zijn enorm kwetsbaar in conflict- en rampsituaties. Seksueel geweld is alomtegenwoordig, en wordt systematisch gebruikt als oorlogswapen. Ze hebben vaak ook zelf geen toegang tot geld voor voedsel of onderdak in tijden van nood, waardoor ze makkelijker kunnen uitgebuit worden. De situatie is nog precairder in vluchtelingenkampen, waar de bescherming van hun familie en vertrouwde netwerken wegvallen,” aldus Gennez.
De Belgische humanitaire ngo’s zullen zich dus vooral toeleggen op het voorzien van waardige opvang voor mensen op de vlucht, en vrouwen en meisjes in het bijzonder; bescherming tegen gender-gebaseerd geweld; het verlenen van gezondheidszorg en psychosociale bijstand, vooral na seksueel geweld; en het voorzetten van onderwijs. Samenwerking met lokale partners is mogelijk en wordt aangemoedigd, maar onder strikte rapporteringsvoorwaarden. Verder wordt hen ook toegestaan de nodige flexibiliteit in te bouwen. Een deel van hun budget zullen ze opzij kunnen zetten voor onverwachte en acute crisissituaties, zoals overstromingen of epidemieën.
De Belgische humanitaire ngo’s die in aanmerking komen zijn Oxfam, Caritas, VSF, Médécins du Monde, Croix Rouge Belge, Plan International, Handicap International Belgium en Rode Kruis Vlaanderen.
Het volledige budget voor de humanitaire programma’s van de Belgische ngo’s voor de jaren 2023-2024 bedraagt 53 miljoen euro. Nu de grote lijnen en budgetprioriteiten zijn vastgelegd kunnen de ngo’s tot eind augustus hun programmavoorstellen indienen.
[1] Burkina Faso, Mali en Niger
[2] Rwanda, Burundi, Oeganda, DRC