België werpt zich in de strijd om geweld tegen vrouwen en meisjes te stoppen
België stapt mee in het Spotlight Initiative, een van de grootste programma’s ter wereld om geweld tegen vrouwen en meisjes te stoppen. Dat maakte minister van Ontwikkelingssamenwerking en Grootstedenbeleid Caroline Gennez bekend tijdens een toespraak op de Sustainable Development Goals (SDG) top. Ze deed dat in aanwezigheid van SDG ambassadeur H.M. Koningin Mathilde. De minister kondigde bovendien aan dat België 2 miljoen euro zal bijdragen aan het initiatief. “Geweld tegen vrouwen en meisjes is onaanvaardbaar. Iedereen heeft het recht om in alle veiligheid en zonder angst voor geweld haar of zijn leven te leiden,” aldus Gennez.
Geweld tegen vrouwen en meisjes is een hardnekkig probleem, in elk land, in elke cultuur. Wereldwijd krijgt een op drie vrouwen tijdens haar leven te maken met geweld. In sommige plaatsen loopt dat zelfs op tot twee op drie. Er zijn 200 miljoen vrouwen die genitale verminking hebben moeten ondergaan. Meer dan een derde van vrouwen die vermoord worden, wordt gedood door hun eigen partner.
Gendergelijkheid is een van de ontwikkelingsdoelen waar we nog veel werk voor de boeg hebben,” legt Gennez uit. “Als we aan dit tempo verder gaan duurt het nog meer dan 280 jaar vooraleer vrouwen overal gelijk zijn voor de wet. De strijd voor vrouwenrechten is dus nog niet voorbij – integendeel. Wereldwijd zien we uit verschillende hoeken de druk op vrouwenrechten toenemen. Daar moeten we ons tegen blijven verzetten.”
Het Spotlight Initiative (SI) is een partnerschap tussen de EU en de VN dat is opgericht in 2017, met als expliciet doel om geweld tegen vrouwen en meisjes te stoppen. Via onderwijs, bewustwordingscampagnes, seksuele en reproductieve gezondheidszorg, hervormingen van nationale wetgeving en instellingen en het ondersteunen van lokale vrouwenbewegingen gaat het programma de strijd aan tegen familiaal en huiselijk geweld, seksueel geweld, uitbuiting en gender-gerelateerd geweld, zoals vrouwelijke genitale verminking.
De eerste fase is ondertussen afgerond. Sinds 2017 hebben meer dan 40 landen nationale actieplannen opgezet of versterkt; 198 nieuwe wetten en beleidsmaatregelen werden aangenomen; 3,5 miljoen jongen mensen kregen onderwijs over gelijke rechten; het aantal veroordelingen voor gender-gerelateerd geweld is verdubbeld in 12 landen; en nationale budgetten voor de strijd tegen geweld tegen vrouwen vertienvoudigde in 14 landen. Meer dan 1000 lokale vrouwenrechtenorganisaties kregen extra steun voor hun werk.
België zal nu meestappen in de tweede fase van het programma. Bedoeling is om verder op te schalen. Het programma wil meer dan 70 miljoen meisjes en vrouwen bereiken in meer dan 60 landen. Tegen 2030 moet het aantal vrouwen dat te maken krijgt met geweld teruggedrongen worden van een op drie naar een op vijf.
Naast donoren Duitsland, Canada, de VS en de EU zal België een bijdrage leveren, van 2 miljoen euro.
Caroline Gennez: “Investeren in meisjes en vrouwen is de snelste en makkelijkste manier om een samenleving vooruit te doen gaan. Meisjes die veilig naar school kunnen gaan, die zich bewust zijn van hun rechten en van hun seksuele en reproductieve gezondheid, hebben meer zelfvertrouwen, trouwen later, hebben meer inbreng in het aantal kinderen dat ze krijgen, vinden betere jobs en zijn een positieve invloed in hun omgeving. Alles wat je investeert krijg je als samenleving in veelvoud terug. Het beëindigen van geweld tegen vrouwen en meisjes is het absolute minimum in de strijd om gelijke rechten.”