België zegt 28 miljoen euro toe voor humanitaire hulp en vluchtelingenopvang in Syrië en de regio
België zegt meer dan 28 miljoen euro toe voor de humanitaire crisis in Syrië. Dat maakt minister van Ontwikkelingssamenwerking Caroline Gennez bekend na een Europese donorconferentie voor Syrië in Brussel.
“De oorlog in Syrië begon meer dan 13 jaar geleden. En hoewel de Syrische crisis van de voorpagina’s is verdwenen, is het nog steeds een van de ergste humanitaire crisissen in de wereld. Het geweld houdt aan, vooral in het noorden en het noordwesten van het land. Een politieke oplossing is nog ver zoek. En van duurzaam herstel na de aardbeving van vorig jaar is er nauwelijks sprake. 6,9 miljoen Syriërs zijn ontheemd in hun eigen land. Meer dan 16 miljoen mensen hebben humanitaire bijstand nodig. Miljoenen Syriërs zijn extreem arm en kunnen basisgoederen zoals voedsel en medicijnen niet meer betalen. Daarbovenop krijgt de bevolking ook nog eens te maken met een van de ergste droogtes in 70 jaar. Door het gebrek aan proper water en gezondheidszorg zijn uitbraken van infectieziektes als cholera geen uitzondering meer. De wanhoop van de Syrische bevolking is totaal,” aldus Gennez.
Van de 28,250,000 euro zal 17,250,000 euro gaan naar humanitaire organisaties die actief zijn in Syrië, en 11,000,000 euro naar noodhulp in de omringende landen Libanon, Jordanië, Egypte, Irak en Turkije, die samen zo’n 5 miljoen Syrische vluchtelingen opvangen.
“Hier in Europa wordt er vaak gepraat over de nood aan meer opvang van vluchtelingen in de eigen regio. Maar de meerderheid van de meer dan 100 miljoen vluchtelingen wereldwijd – zo’n 70% – wordt al opgevangen in naburige regio’s en landen. Driekwart zelfs in midden-en lage inkomenslanden. Dat geldt ook voor de Syrische vluchtelingen. Libanon, bijvoorbeeld, heeft een bevolking van 5,5 miljoen mensen, maar vangt 1,5 miljoen mensen op uit Syrië en Palestina, terwijl het zelf te lijden heeft onder zware politieke en economie crisissen. België blijft erbij dat Syrië een onveilige plek is om mensen naar terug te sturen. Het is dan ook evident dat we de opvangcapaciteit van deze landen blijven ondersteunen, zodat mensen op de vlucht van oorlog en geweld dicht bij hun thuis, in hun eigen regio, bescherming kunnen vinden en een waardig leven kunnen opbouwen, voor henzelf en hun kinderen,” legt Gennez uit.
België zegde het bedrag toe in het kader van een Europese donorconferentie voor Syrië, de 8ste ondertussen. De EU heeft in totaal 2 miljard euro toegezegd.
De Belgische bijdrage is bestemd voor zowel het Syrische als het Libanese VN-noodfonds van OCHA, het VN-agentschap voor humanitaire hulp, en een hele reeks vaste partners van België, zoals het VN-vluchtelingenagentschap (UNHCR) en het Internationale Rode Kruis (ICRC). Ook zal een deel van de hulp opnieuw via het noodhulpmechanisme van de Europese Commissie (DG ECHO) naar lokale partners gaan. De hulpverlening focust op het voorzien van voedsel, basisgezondheidszorg, onderwijs en veiligheid.
“Een van onze absolute prioriteiten is het bieden van bescherming en veiligheid,” voegt Gennez nog toe. Syrië kent op dit moment een nieuwe golf van geweld, de grootste sinds begin 2020. Vooral vrouwen en kinderen zijn daarvan het slachtoffer. Seksueel geweld is wijdverspreid. Kinderarbeid en gedwongen kindhuwelijken nemen terug toe. De humanitaire hulp die er is, kan niet altijd geraken tot bij de mensen die het nodig hebben. België zal zich daarom blijven inzetten om de humanitaire toegang voor iedereen te verzekeren en de crisis in Syrië internationaal hoog op de agenda houden. Alleen zo kunnen we ervoor zorgen dat de mensen in Syrië en de regio niet vergeten worden.”