Persbericht

2 miljoen euro extra noodhulp voor Palestijnen

Minister van Ontwikkelingssamenwerking Caroline Gennez zal 2 miljoen euro extra vrijmaken voor het humanitaire landenfonds van de VN dat zich specifiek inzet voor de Palestijnse gebieden. Ze herhaalt ook haar oproep om humanitaire steun en middelen toe te laten voor de bevolking die vastzit in Gaza en pleit voor de opening van de grensovergang met Egypte. “De humanitaire noden in de regio zullen de komende uren, dagen en weken exponentieel toenemen,” waarschuwt Gennez. “Internationale solidariteit zal noodzakelijk zijn om die op te vangen.”

De situatie in Gaza verslechtert met het uur. Er is nauwelijks nog drinkbaar water, voedsel of elektriciteit en een acuut tekort aan medicijnen. Ook de noodgeneratoren van de ziekenhuizen dreigen nu uit te vallen, wat het leven van duizenden patiënten op de helling zet. Honderdduizenden mensen in Gaza zijn op de vlucht voor het geweld.
 
OCHA (United Nations Office for the Coordination of Humanitarian Affairs) is de humanitaire arm van de VN en coördineert de onmiddellijke respons en verdeling van hulpgoederen aan de burgerslachtoffers in Gaza en de rest van de Palestijnse gebieden. In de afgelopen dagen hebben VN-organisaties medische noodposten opgezet, voedsel en water verdeeld, en opvang georganiseerd voor mensen op de vlucht in speciaal daarvoor ontworpen scholen. De organisatie brengt ook de noden in kaart en zamelt fondsen in via mediacampagnes. Volgens OCHA is er in de komende drie maanden maar liefst 294 miljoen dollar nodig om te reageren op de noden in Gaza en de regio.
 
“Het spreekt voor zich dat de humanitaire noden in Gaza de komende dagen en weken exponentieel zullen toenemen. België heeft al bijgedragen tot de onmiddellijke humanitaire respons in Gaza en de regio. Ons land is namelijk de tweede grootste donor van het humanitaire VN-landenfonds voor de bezette Palestijnse gebieden (8 miljoen euro voor 2023 en 2024). Nu komt daar dus 2 miljoen euro bij. Ook via onze onvoorwaardelijke steun aan de noodfondsen van OCHA en van de Internationale Federatie van Rode Kruisverenigingen (IFRC) dragen we bij tot noodhulp in Gaza en de regio,” legt Gennez uit.
 
Naast de extra steun herhaalt de minister haar oproep voor het respecteren van het internationaal humanitair recht:
 
“De terreur van Hamas kan niet gerechtvaardigd worden. De Israëlische reactie moet in overeenstemming met het internationaal humanitair recht gebeuren en met respect voor onschuldige burgers. We zien nu echter dat ook kritieke infrastructuur in Gaza, zoals scholen en ziekenhuizen – inclusief die mee gefinancierd door internationale solidariteit – bedreigd en gebombardeerd worden. Ik roep dan ook nog eens met aandrang op dat het internationaal humanitair recht wordt gerespecteerd: dat betekent dat basisgoederen zoals water en voedsel, en dringende medische zorg de mensen in nood kunnen bereiken en dat humanitaire werkers hun werk kunnen blijven doen. Ook de Israëlische gijzelaars moeten onmiddellijk en zonder voorwaarden worden vrijgelaten,” aldus Gennez. 
 
Op langere termijn dringt een structurele oplossing zich op: 
 
Gennez: “Op een bepaald moment zullen Israël en Palestina samen aan tafel moeten zitten voor een onderhandelde tweetstatenoplossing. Het alternatief is een eindeloze spiraal van geweld, waar onschuldige burgers aan beide kanten de prijs voor zullen betalen. Laat het geweld zo snel mogelijk stoppen. Een onderhandelde oplossing tussen Israëli’s en Palestijnen is de enige mogelijke weg vooruit.”